Een zaagketting in topconditie

Het vijlen van de beitels

Voor het onderhoud van uw zaagketting heeft u 2 soorten vijlen nodig.


Ten eerste heeft u een ronde vijl (afb.1) nodig.

Met deze ronde gaat u het snijvlak van de zaagbeitel aanscherpen.

Afhankelijk van het soort ketting heeft u een andere diameter ronde vijl nodig.


(afb. 1: ronde vijl)

Naast een ronde vijl is ook een vlakke vijl (afb. 2) nodig. Hiermee gaat u de dieptesteller tot zijn juiste hoogte vijlen.


(afb. 2: vlakke vijl)

Alvorens u begint met het onderhouden van de ketting moet u ervoor zorgen dat het zaagblad solide staat opgesteld.

Een bankschroef of een bosvijlklem (afb. 3) bieden hier de uitkomst voor.


Vervolgens spant u de ketting, de spankracht mag iets hoger zijn dan normaal. Dit komt namelijk het vijl resultaat ten goede. De ketting wordt geblokkeerd door de kettingrem te activeren.

U kunt nu beginnen met het aanscherpen van de zaagbeitels.    

Het aanscherpen van de zaagbeitels
Allereerst zoekt u de zaagbeitel op die het meest geleden heeft. Dit wordt namelijk het uitgangspunt. De ronde vijl moet horizontaal staan ten opzichte van het zaagblad. Vervolgens neemt men de juiste vijlhoek. Dit varieert tussen de 25 en 35 graden.
Om een zo nauwkeurig mogelijk resultaat te krijgen telt u het aantal vijlstreken die nodig zijn om de meest versleten beitel weer scherp te krijgen. Nu geeft u elke beitel evenveel vijlstreken zodat de beitels allen even lang zijn.
Door gebruik te maken van een vijlhouder (afb. 4) heeft u altijd de juiste hoek bij het vijlen. Hier staan de vijlhoeken namelijk duidelijk op aangegeven.

(afb.4: vijlhouder)

Het bijwerken van de dieptesteller

De dieptesteller bepaald de hoeveelheid materiaal die de beitel per zaagbeweging zal afnemen. Wanneer het hoogteverschil tussen de beitel en de dieptesteller minimaal is, zal er maar weinig materiaal afgenomen worden. Wanneer de afstand tussen de dieptesteller en zaagbeitel te groot is heeft dit nadelige gevolgen. De kettingzaag zal te zwaar belast worden en er ontstaat een grotere kans op terugslag.  

Het is raadzaam de dieptesteller per slijpbeurt bij te werken. 


Voor het vijlen van de dieptesteller is de dieptestellermaat (afb. 5) noodzakelijk. Hierdoor zullen alle dieptestellers op gelijke hoogte worden gebracht.

(afb. 5: dieptestellermaat)

Werkwijze:

Ten eerste plaatst u de dieptestellermaat op de dieptesteller (zie af. 6) en houd deze stevig vast.

Door middel van de vlakke vijl vijlt u de dieptesteller totdat de vijl tegen de mal komt.

Herhaal dit bij alle dieptestellers.


        
(afb. 6 dieptestellermaat op zaagketting)